De historie van de Cesky Fousek gaat terug
tot in de Middeleeuwen, in het koninkrijk Bohemen, gelegen op het grondgebied
dat we nu Tsjechië noemen. De voorouders van de huidige Cesky Fousek (het ras
werd toen Canis Bohemicus, ofwel Boheemse hond, genoemd) leefden al in de tijd
van Keizer Karel IV (1316-1378). Het ras is dus ouder dan de beroemde
Karelsbrug in Praag!
De eerste schriftelijke melding over deze honden dateert van 1348, toen Villem
Zajic uit Valdek, de leraar van de jonge keizer, schreef: “…Anno 1348 gaf
Keizer Karel IV aan Markgraaf Ludwig von Brandenburg voor het beoefenen van
jacht als cadeau een aantal bekwame honden, Canis Bohemicus genaamd…”.
Uit een aantal documenten blijkt dat in de tijd van Karel IV, maar ook
later, deze honden primair gebruikt werden voor jacht vanwege hun snelheid,
vasthoudendheid, scherpte en uithoudingsvermogen. Zij waren makkelijk te
trainen en goed bruikbaar voor de jacht. Dankzij zijn kwaliteiten werd het ras
langzamerhand ook populair in de rest van Europa. In die tijd waren er geen andere
rassen van ruwharige staande honden bekend, zodat we kunnen aannemen, dat deze
Canis Bohemicus gebruikt werd voor het fokken van andere Europese ruwharige
staande honden, en dat hij dus aan de basis van deze groep van
rassen staat.
De eerste gedetailleerde beschrijving van het uiterlijk van de Tsjechische staande hond werd gegeven door Josef Cerny uit Beroun in 1882. Nog voor de eeuwwisseling, in 1896, werd in de Tsjechische stad Pisek (een stad die een cruciale rol speelde in de hele Fousek-geschiedenis) door de aanhangers van het ras de eerste rasvereniging opgericht. Uit dat jaar dateert tevens de huidige benaming ‘Cesky Fousek’. Echter, vanwege de toenmalige politieke omstandigheden kon het voortbestaan van de club niet gewaarborgd blijven. Dalende interesse van jagers, die toen snelheid boven veelzijdigheid prefereerden, maar ook de eerste wereldoorlog leidde er toe dat de Cesky Fousek in het midden van de twintiger jaren bijna uitgestorven was.
In 1924 werd de fokkersvereniging nieuw leven ingeblazen, en men begon met de wederopbouw van het ras. Hiertoe werden oorspronkelijke typische exemplaren gebruikt, maar om de werkeigenschappen te verbeteren werd tevens het bloed van andere staande jachthonden toegevoegd. Alhoewel 1931 te boek staat als het jaar, waarin de eerste rasstandaard werd uitgegeven, werd het ras pas ruim dertig jaar later (in mei 1963) officieel door de FCI erkend (standaard nr. 245).
De Cesky Fousek in Nederland
Vermoedelijk kwamen de eerste exemplaren van de Cesky Fousek in Nederland al in de zeventiger jaren voor. Het eerste nestje geboren op Nederlandse bodem dateert echter pas uit 1989. Dit was bij de familie Smeele. De wereldtentoonstelling, die in 1990 in het Tsjechische Brno werd gehouden, tekende voor het echte begin van het ras in ons land.
Er werden enkele honden geïmporteerd, die later in de fokkerij ingezet werden. Geleidelijk kreeg het ras meer bekendheid; ook de kring van liefhebbers nam in omvang toe, zodat 16 december 1994 een zelfstandige rasvereniging werd opgericht: de Cesky Fousek Vereniging Nederland (CFVN). De CFVN is een vereniging van eigenaars, fokkers en liefhebbers van de Cesky Fousek, die zorgt voor het in stand houden van het ras, en de verspreiding ervan in Nederland.